Betogende tekst
Het lijkt heel ingewikkeld: het schrijven van een betogende tekst. Toen het leernetwerk in 2016 begon met het ontwikkelen van een leerlijn voor betogend schrijven wisten we eigenlijk nog niet of leerlingen uit de basisschool wel enthousiast zouden zijn voor het schrijven van een betoog. Nu niet alleen de leerlijn, maar ook een boek over betogend schrijven voor de groepen 4 tot en met 8 beschikbaar is én door scholen is getest, kunnen we constateren dat kinderen juist het schrijven van dergelijke teksten spannend en interessant vinden. Hoe komt dat?
Leerkrachten kijken naar de tekst In een betogende tekst denken leerlingen na over een probleem of stelling en proberen zij daarbij een standpunt in te nemen. Bij de uitwerking van de schrijfactiviteiten in het boek, hebben we steeds gezocht naar thema’s die voor kinderen interessant zijn én die ze herkennen vanuit hun eigen ervaring. Thema’s moeten prikkelend zijn, en kinderen aanzetten tot een opvatting. Zo vragen we leerlingen uit groep 4 na te denken over de vraag: ‘Groenten zijn gezond. Daarom moet je altijd groenten op je bord scheppen.’ Kinderen van groep 8 denken na over de stelling: ‘Een kind mag zelf wel bepalen hoe lang hij op de computer games speelt’. In de uitgewerkte activiteiten wordt het kind uitgedaagd mee te denken, de discussiëren en te debatteren. Eigenlijk begint het schrijven pas nádat in de klas flink van gedachten is gewisseld en standpunten zijn uitgewisseld. Op het moment dat de leerling gaat schrijven, is het thema diepgaand verkend.
Het innemen van een standpunt is iets dat jonge kinderen al kunnen. Het kunnen opschrijven van je mening in een betogende tekst is lastiger. Dat wordt kinderen dan ook geleerd. In de activiteiten staat steeds centraal dat een goed standpunt onderbouwd moet zijn met argumenten, voorbeelden en bewijzen. Naarmate het kind ouder wordt, vragen we hem ook na te denken over tegenargumenten: ‘Je vindt dat nu wel, maar zijn er misschien mensen die daar anders over denken?’ Vanaf groep 4 werken leerlingen met een schema dat hen helpt om hun argumentatie op te bouwen: eerst eenvoudig, later steeds rijker.
Terwijl leerlingen uit groep 5 vooral nadenken over argumenten, wordt van leerlingen uit groep 8 ook verwacht dat ze zich verplaatsen in een ander en dat ze daarna pas een conclusie trekken.
In deze videoclip laat Merel zien hoe ze tot een betogende tekst komt.
Binnenkort is ze jarig. Ze droomt ervan een Golden Retriever te krijgen. Ze bedenkt ook allemaal redenen waarom dat voor haar een ideaal cadeau zou zijn. Maar… ze denkt ook na over de vraag welke redenen haar ouders zouden kunnen hebben om haar die Retriever niet te geven. Door na te denken, komt ze tot een genuanceerde conclusie.
Het filmpje is een van de vele filmpjes die beschikbaar zijn bij de ontwikkelde lessen. Leerkrachten kunnen in hun instructies gebruikmaken van deze ‘voorbeelden’. Door met de leerlingen naar een voorbeeld te kijken, ontstaat er een gesprek over belangrijke spelregels die kinderen in acht moeten nemen bij het schrijven van een betogende tekst. Merel laat bijvoorbeeld heel mooi zien hoe ze haar tekst heeft opgebouwd. Ze gebruikt bepaalde waarschuwingswoordjes die een nieuw argument inleiden: ‘Om te beginnen….’, ‘Bovendien…’, ‘Belangrijk is verder….’. Het gebruik van typische betogende woorden en zinnen is iets wat in het boek ‘Ik vind iets en jij…een wereld vol meningen’ in vrijwel alle schrijfactiviteiten aandacht krijgt.
Wilt u zelf ervaring opdoen met het schrijfpakket? Het boek is te downloaden op onze website. Op die pagina vindt u ook de verwijzingen naar de groepen. Bij elke les zijn per groep videoclips, werkbladen en werkmateriaal klaargezet.
Mijn stelling: ‘Door te leren betogend te schrijven, worden kinderen toleranter. Ze leren zich te verplaatsen in de opvattingen van een ander…’
Hoe het schrijven van betogende teksten bijdraagt aan de ontwikkeling van 21e- eeuwse vaardigheden
In het tijdschrift Meer Taal (2016, jaargang 3, nummer 2) verscheen een praktisch doorkijkje over het schrijven van betogende teksten. Twee leerlingen van OBS ’t Montferland uit ’s Heerenberg demonstreren hun aanpak.
Eric Besselink